100 JAAR KERKWIJDING oktober 2011
Een kerkwijding is een bijzondere gebeurtenis. Een gebouw dat door mensenhanden is gemaakt wordt woning voor God. We kunnen dit alleen maar geloven vanuit een groot vertrouwen dat God met ons mensen in relatie wil treden. Als christenen funderen we dat vertrouwen op de persoon van Jezus Christus. “Wie Mij ziet, ziet de Vader”, heeft Hij gezegd. Dat is Evangelie, goed nieuws. Voor de mensen die Hem in levende lijve mochten leren kennen, maar ook voor allen aan wie dat geloof door de Geest is doorgegeven.
Hoe zouden we geloven zonder dat het ons was doorverteld, doorgegeven? Het is de Kerk door de eeuwen heen die het tot op vandaag mogelijk maakt om Jezus Christus te leren kennen, om Hem te ontmoeten, na te volgen. Ons zelfs met Hem te verenigen op onvoorstelbaar intieme wijze. Door het geloof woont Hij in ons hart. Biddend kunnen wij inkeren in ons hart en daar verkeren in zijn Aanwezigheid. Maar wij kunnen ook op een heel concrete, materiële en fysieke wijze met Hem in verbinding treden, en wel in het kerkgebouw en door wat daar gezegd en gedaan wordt. Onvoorstelbaar nabij komt Hij ons. Wel het meest als wij Eucharistie vieren.
Oorspronkelijk werd een Kerk gewijd door Eucharistie te vieren. De eerste keer dat het offer van Christus op het altaar geplaatst werd had het karakter van een wijding. Later zijn daar speciale gebeden en rituelen bij gekomen. Belangrijkste elementen daarbij zijn: wijwater, wierook, kaarsen. Het is het best te vergelijken met de plechtigheid van de doop. Dan is het een mens die wordt opgenomen in Christus. Nu is het een gebouw dat aan Hem wordt opgedragen en van Hem gaat spreken. En in dat gebouw gaat het natuurlijk ook weer om de mensen die zich daar verzamelen. Een Kerk is zonder betekenis als het niet mee wordt opgebouwd door levende stenen. Gebed kan maar leven als er biddende mensen zijn.
Op 17 oktober 2011 vierde de gemeenschap van Benedictinessen dat hun Kerk al honderd jaar plaats mocht zijn van Godsontmoeting. Van lofprijzing en smeekgebed, van lief en leed van henzelf en zovelen, dat hier, in het centrum van hun leven, aan God wordt opgedragen.