Abdis
Interview met zuster Martha
Op 24 september 2024 was het 15 jaar geleden dat zuster Martha de abdiszegening ontving. Ter gelegenheid daarvan hebben wij in haar werkkamer een gesprek met haar gehad om terug te kijken op de voorbije jaren. Rond de salontafel in het abbatiaat spreken we een vrouw die bewogen spreekt, met een Vlaamse tongval vol geloof en tegelijk heel relativerend.
Hoe word je abdis?
Een abdis wordt gekozen door de gemeenschap. Dat gold dus ook voor mij. Ik vond dat een heel indrukwekkend moment, dat mijn naam telkens werd genoemd bij het oplezen van de stembriefjes van mijn medezusters. Het vertrouwen dat je dan krijgt… En dat terwijl ik toen dacht: kan ik dat eigenlijk wel? En dat denk ik nog steeds.
Benedictus zegt dat de abdis Christus moet representeren. Dat is natuurlijk menselijk gesproken een onmogelijke opgave. Voor mezelf heb ik het zo vertaald, dat ik ruimte moet laten voor de Ander, met een hoofdletter. Ik moet vooral niet in de weg lopen, al doe ik dat soms wel.
De positie van abdis hebben in een gemeenschap is soms zwaar. Het geeft een soort eenzaamheid. Dat had ik op rationeel niveau wel verwacht, maar wat dat betekent moet je in de praktijk zien. Maar ook daar, alles is ook genade, dat dwingt dan dus (met een lach) om dan maar naar Christus te gaan. De noodzaak daartoe is sterker geworden.
Wat doet een abdis eigenlijk?
Wel, de Regel van Benedictus gebruikt het beeld van een herder. Hij vraagt van een abdis dat zij eraan bijdraagt dat de zusters het goed kunnen maken. Dat is een enorme opdracht, waar je nooit helemaal aan kunt voldoen. Aan de andere kant moet een abdis de gemeenschap representeren. Dat botst natuurlijk wel eens. Een herder moet aanwezig zijn, maar de representatieve taken voeren me geregeld buitenshuis.
Zorgen dat zusters het goed kunnen maken is een dienende taak. En ook moet je sturen. En ondertussen: niet iedereen zat op mij te wachten, maar ze moeten het er mee doen. Want abdis zijn is een vorm van relatie. Het is iets van hoofd en van hart en van alles daartussen. Het is niet altijd gemakkelijk.
Een klein voorbeeldje. In ons leven hebben wij afspraken gemaakt. Die afspraken zijn helpend aan ons gedeelde verlangen om God te zoeken. Soms moet ik zusters helpen herinneren aan bepaalde afspraken. Dat zijn soms lastige gesprekken. Ik heb wel geleerd dat correctie alleen werkt als die ander voelt: er is een basis van liefde die daar onder zit. Is dat niet zo, dan kun je het doen, maar dan doet het zeer. Die ander denkt dan: er wordt iets van mij afgepakt.
Het is iets van hoofd en van hart en van alles daartussen.
Wat is er mooi aan uw taak?
Het mooie is om op de keermomenten naast zusters te mogen staan. Bijvoorbeeld, op het gevaar af morbide te zijn… dicht naast zusters te mogen zitten die tegen het sterven aan zijn. Bijvoorbeeld te merken hoe diep die psalmen zitten. Voor een zuster waar ik nu aan denk vielen in de ouderdom steeds meer dingen weg die voor haar belangrijk waren. Ik mocht in die laatste fase naast haar zitten, even praten over welke psalm ze graag bad en dan simpelweg die psalm samen bidden. En dan zien hoeveel genoegen en rust dat haar gaf.
Ook als een zuster het heel moeilijk heeft en daar dan doorheen trekt, of bij een aanname van een nieuwe zuster, dat zijn echt mooie dingen.
Wat vindt u lastig aan uw taak?
Wat ook moeilijk is: als je merkt het botert niet tussen sommige schapen/zusters, dan sta je vrijwel machteloos. Je kunt iets zeggen als de verhouding met die zuster goed is, maar olie en azijn mengen uiteindelijk slecht. Je kunt ze wel kloppen, maar ze scheiden toch weer. Maar toch, ja, misschien moet ik blijven kloppen…
God heeft ons samengeroepen en daar zit een flinke opdracht in. Bij het feest van Kerkwijding zingen we een hymne van stenen die moeten schuren, maar dat betekent wel: een stukje van de steen af. En dat is oké, maar niet aangenaam. Maar ik was hier niet gekomen voor “aangenaam”. Kijk, tegelijkertijd is dat schuren ook het goede aan ons leven. Het zijn langdurige relaties, en dat soort relaties zijn schaarse dingen in de maatschappij, maar het is juist door die langdurige relatie dat je weet: deze steen (en dan heb ik het over mezelf) zal toch ook geschuurd moeten worden.
Waar vindt u zelf uw inspiratie?
Voor mij is een basso continuo dat ik iedere dag een stukje Schrift lees. Dat is voor mij wel een belangrijke, dat het Schriftwoord die dag met me mee kan gaan. Ik hou van woorden en ik hoop dat ik van het Woord hou. Als ik de betekenis van een woord aan het zoeken ben, dan gaat het om een wezenlijk woord. Ik moet moeite doen om mijn persoonlijk gebed goed te onderhouden, dat is vaak worstelen, maar een stukje Schrift lezen, daar hoef ik niet zo voor te worstelen. Dat Schriftwoord neem ik vaak door de dag wel mee.
Voor mij is het nodig om mijn dagelijkse leven te voeden met Woord, anders zou ik opgaan in de dingen, zie ook mijn naam [Martha]. Dat Woord is voor mij een hulp om IN de dingen, of ik ze nu graag doe of niet, Christus te ontmoeten. Door te lezen heb ik weet van de ruimte, besef ik de diepte van het leven, doorheen wat zich voordoet.
Wat is de kern van uw monastieke leven?
Er zit in mij een soort basis-dank om het leven, en die moet eruit. En dank is niets zonder adressant. Die heet voor mij: God. Mijn monastieke leven is vloeit daar uit voort.
Mensen vragen soms naar het nut van dit leven. Ik zou met woorden kunnen spelen: het dient nergens toe, maar het moet wel God dienen. Maar ik weet niet precies wat dat is: God dienen. Dat is werk in uitvoering en dat heeft veel gezichten.
Op de keper beschouwd: het zou ook totaal anders kunnen, maar dit is een vorm. Maar voor mij is wel wezenlijk dat ik het niet alleen kan en daarom gemeenschap, óók, of misschien juist, als dat een schurende gemeenschap is. Door mijn gemeenschap, in de ontmoetingen met mijn medezusters heeft mijn dank een bedding, en kan ik – soms even om met Oosterhuis te spreken – God op het spoor komen.
Met deze wijze woorden gaan we uit elkaar, dankend terug de gemeenschap in, terug naar het schuren van de levende stenen, voelend: in de basis is het oké.
Misschien ook interessant: interview met zuster Lydia