Wie kent het niet? Je krijgt bericht van iemand die je dierbaar is: er is een ernstige ziekte geconstateerd. Iemand is zijn baan kwijt geraakt. Er zijn zorgen over de kinderen. Slachtoffers van een dodelijk ongeval. Agressie, inbraak…
Er gebeuren rampen die talloze mensen in het ongeluk storten. Eindeloze oorlogen, honger, schrijnend onrecht…
Soms kun je iets betekenen aan troost, hulp, nabijheid. Maar er is ook veel onmacht.
De nood dringt ook door tot achter de kloostermuren. Praktisch gezien kunnen wij weinig tot niets doen voor mensen erbuiten. Niet veraf, en vaak ook niet dichtbij. Onze familie, onze vrienden, mensen bij wie we ons betrokken voelen: als hen ziekte of verlies treft hebben we vaak niet meer te bieden dan ons meeleven en gebed.
In het slot (woongedeelte van de zusters) hebben we een mooie Mariakapel, in het verlengde van de gang naar de kerk. Deze kapel is een open ruimte, die uitnodigt tot een kort gebed gedurende de dag. Even stilstaan bij de Moeder van Barmhartigheid, die het mensgeworden Woord van God in haar armen draagt. Hier brandt de hele dag een kaars. In de zorg voor die kaars dragen we de zorgen mee voor de noden en zorgen van onze dierbaren, of we branden een kaars voor een intentie die ons wordt aangeboden. Een van de zusters draagt zorg voor die kaars, en voor de kapel. Dit is voor haar een manier om de zorg voor anderen gestalte te geven. Ze aan Maria op te dragen, vertrouwend op haar liefde en voorspraak voor alle mensenkinderen.
Onlangs heeft de zuster die jarenlang in alle stilte en bescheidenheid deze taak vervulde het vlammetje aan een jonge zuster doorgeven, die op haar beurt de intenties van de gemeenschap meedraagt en ze aan de voeten van Maria neerlegt.
Een kaars bij Maria. Helpt het echt? We zijn niet zo naïef om te denken dat één kaarsvlam alle duisternis en angst verdrijven kan. Maar dat ene vlammetje verwijst wel naar de eeuwige vlam van Gods liefde, naar het grote licht dat iedere mens verlichten wil. Het aansteken van een kaars is een teken van hoop. Van verbondenheid met allen die een innerlijk vuur nodig hebben dat warmte en licht blijft geven ondanks alles.