ARCHITECTUUR
EERSTE PERIODE
In 1901 zochten de zusters uit Wisques een toevluchtsoord. Zij moesten Frankrijk verlaten op last van de overheid
die het bestaan niet tolereerde van slotkloosters zonder aantoonbaar maatschappelijk nut. De abdis Thérèse Bernard kwam op haar zoektocht in Oosterhout, waar een voormalig jongensinternaat te koop stond met de veelbelovende naamVredeoord. Het huis was in 1826 gebouwd als buitenhuis voor de heer Laurent, op een parkachtig terrein aan de rand van de stad.
Als de zusters er in trekken begint de bouw van het klooster. De zijvleugels worden uitgebreid met verdiepingen. Deze gebouwen blijven tot de jaren ’80 van de vorige eeuw deel uitmaken van het kloostercomplex. Dan worden ze door nieuwbouw vervangen.
TWEEDE PERIODE
Van 1905 tot 1911 krijgt het klooster een nieuw aanzien. Naar een ontwerp van de Franse architect Vilain wordt in neo-gotische stijl het monasterium opgetrokken met een pandgang rond een gesloten binnenhof. Aan de noordzijde bevindt zich de kerk (gewijd in 1911), aan de oostzijde de kapittelzaal en het abbatiaat, aan de westzijde de bibliotheek. De zuidzijde bleef beperkt tot een pandgang, met aan de muur een kruiswegstatie in houtsnijwerk. Op de oostelijke en westelijke vleugels werden twee verdiepingen gebouwd voor de wooncellen van de zusters en voor ateliers. Dit gedeelte van het klooster is tot vandaag in gebruik.
DERDE PERIODE
Vanaf 1970 tot 1987 wordt er weer gebouwd en vernieuwd, onder leiding van architect Ruys. In de kerk vindt een ngrijpende vereenvoudiging plaats. In 1961 was daartoe al een aanzet gegeven onder leiding van prof. Grandpré Molière.
De liturgische vernieuwing van het Tweede Vaticaans Concilie werkt ook door in de inrichting van de kerk. De neogotische koorbanken voor de zusters verdwijnen om plaats te maken voor een strak vormgegeven koorgestoelte. In de kerk zelf wordt plaats gemaakt voor gastenbanken die een groter contact tussen monialen en gasten mogelijk maakt. De sfeer van beslotenheid maakt plaats voor ruimte en licht.
Vanaf 1972 vindt er nieuwbouw plaats. Het oude ‘Vredeoord’ is bouwvallig en te klein geworden. Met een vleugel voor het gastenverblijf ontstaat op het Noorden een open binnenhof. Een tweede gesloten binnenhof wordt gevormd door ontvangst- en vergaderruimten voor de zusters, door algemene ruimtes en ateliers en eetzaal en recreatiezaal voor de zusters. Op het Zuiden ontstaat rond een bloementuin een open binnenhof die oud en nieuw verbindt. Er is een vleugel gebouwd voor refter en keuken, met op de eerste verdieping een ziekenafdeling en nog een tweede verdieping met wooncellen. De nieuwbouw van deze laatste fase ademt een heel eigen sfeer. De architect laat zich inspireren door het gedachtegoed van de Benedictijn Dom Hans van der Laan.