Veertig dagen (plus een zestal zondagen) om ons voor te bereiden op het Paasfeest.
St. Benedictus ziet deze periode als een vreugdevolle tijd. Ons leven zou altijd zo moeten zijn als in die periode, zegt hij. Maar hij weet dat de boog niet altijd gespannen kan staan. Daarom is er deze periode om ons opnieuw op scherp te stellen. Om ons het oorspronkelijk ideaal van zuiverheid voor ogen te houden. Om ons opnieuw te richten op Christus. Om Hem te volgen in zijn liefde en geduld.
We vasten om ons verlangen te voeden.
Zo drukte een voorganger het uit. Naar de mate van het mogelijke creëren we een leegte die de honger naar God en zijn gerechtigheid wakker roept. Levend in een werelddeel van overvloed matigen we onze consumptie vrijwillig, om ons de solidariteit bewust te maken met hen die het noodzakelijke ontberen. Dit drukken we ook uit door mee te doen aan de vastenactie, dit jaar met bijzondere aandacht voor San Salvador.
Paus Franciscus laat zich in zijn vastenboodschap voor dit jaar inspireren door de gelijkenis van de rijke vrek en de arme Lazarus uit Lucas 16. Hij beschrijft het ware probleem van de rijke als het niet luisteren naar Gods Woord; dit heeft hem ertoe gebracht God niet meer lief te hebben en dus de naaste te verachten. Gods Woord is een levende kracht die in staat is bekering op te wekken in het hart van de mensen en de persoon opnieuw te richten op God. Zijn hart sluiten voor de gave van God, die spreekt, heeft ten gevolge dat men zijn hart sluit voor de gave van een broeder of een zuster.
De 40 dagentijd is ook een tijd van stilte, meer tijd nemen om te lezen en te luisteren naar Gods Woord in de Schrift en in de mens of situatie die wij ontmoeten. Om gevoelig te worden voor zijn stem, zijn uitnodiging om ten volle te leven. Niet voor brood alleen, niet gericht op onszelf, maar toegewijd aan het Rijk Gods. Verbonden met Christus, die ons voorgaat naar het volle leven van de verrijzenis.